“Ik zeg geen vaarwel tegen het wielrennen, maar ik zeg tot de volgende keer.”
Mecanicien Dominique Landuyt vervoegde Deceuninck – Quick-Step in 2008. Hij heeft zijn job altijd graag gedaan, wat hem op vele mooie plaatsen bracht terwijl hij werkte in de ploeg waar hij trots op is. De Vuelta is Dominique's laatste stop met zijn geliefde Wolfpack, voor hij een nieuwe weg inslaat.
“We hebben geen eeuwig leven. Als je gezond bent, moet je gematigd van het leven genieten, want niemand is vrij van gezondheidsproblemen. Sinds ik mijn vader heb verloren, vier jaar geleden, is mijn levensfilosofie veranderd. Werken kan altijd, maar als je een bepaalde leeftijd bereikt en je hebt de mogelijkheid om wat meer van het leven te genieten, dan twijfel je niet. Niet iedereen heeft het geluk om 85 jaar te worden. Nu mijn moeder in een bejaardentehuis leeft, is het triest om te zien dat ze de grip op het leven verliest, maar als ik tijd heb probeer ik zoveel mogelijk naar haar toe te gaan.”
Na de Vuelta zal mijn carrière in de koers stoppen. Natuurlijk zal dat emotioneel zijn.
“Iedereen moet op een bepaald moment in het leven afscheid nemen van bepaalde dingen, en dit is een keuze die ik heb gemaakt. Het zou erger zijn geweest als de ploeg stopte. Ik neem afscheid van mijn carrière met een goed gevoel, ik heb me altijd thuisgevoeld in deze wereld. Mijn broer en ik zijn praktisch opgegroeid in het wielrennen. Mijn vader, die sportdirecteur was in het kermiscircuit, nam ons altijd mee, van toen we pas acht jaar waren. We zaten achterin de koersauto naast de mecanicien, niemand merkte dat op omdat we nog klein waren. We ademen de koers en ik heb genoten van elk moment van wat ik graag een rollercoaster van emoties noem. Ik kan niet echt een bepaald moment uitkiezen, er zijn zoveel mooie momenten, maar ook moeilijke. Als je in de wielersport werkt, is het je passie en dan kan je net dat tikkeltje extra.”
De schoonheid van de job
“Ik ben ook dankbaar voor alle plaatsen die ik heb gezien dankzij mijn werk. Ik reisde naar delen van de wereld, bijvoorbeeld Maleisië, die ik waarschijnlijk niet gezien zou hebben was het niet door mijn werk. Ik heb nooit echt problemen gehad met reizen of van huis zijn, een keer was het moeilijk nadat mijn dochters waren geboren. Maar uiteindelijk werd ook dat routine. Mijn vrouw is ook opgegroeid in het wielrennen, dus dat helpt enorm. Je krijgt ook te maken met heel veel verschillende persoonlijkheden, door de verschillende renners en staff waarmee je werkt, maar dat is ook het mooie ervan. Ik zag ook het wielrennen enorm veel veranderen ten opzichte van vroeger, nu heeft elke ploeg meerdere dokters, tien mecaniciens en soigneurs. Ook de budgetten verbeterden natuurlijk.”
“Ik ben in 2008 bij de ploeg begonnen, maar daarvoor had ik al als mecanicien gewerkt. Hier was er een plek vrij als buschauffeur, want helaas was de buschauffeur overleden. Ik belde Patrick en ik kon meteen beginnen, natuurlijk moest ik eerst mijn rijbewijs halen. Na drie jaar kreeg ik de kans om weer als mecanicien aan de slag te gaan. Het was fantastisch om in deze sport te werken, maar vooral in deze ploeg. Ik werkte ook in kleinere ploegen, dus ik ken het verschil. We winnen veel en iedereen is trots om hier te werken, we hebben echt de luxe dat we alles hebben, van materiaal tot kleding.”
Stress in de koersauto
“Ik zal me zeker de momenten in de koersauto herinneren. Een wedstrijd is onvoorspelbaar, een valpartij of een lekke band, er kan veel gebeuren. Het eerste uur van de koers kun je in de auto zitten en lachen, maar als er dan iets gebeurt of als je dichter bij de finish komt, voel je meer spanning. Maar het is gezonde druk. Als je het woord 'chute' hoort, voel je veel stress en hoop je dat geen van de jongens erbij betrokken is. Je loopt al naar daar met wielen, maar dan moet je soms een fiets wisselen maar weet je niet welke fiets. Zulke momenten wil je liever niet te veel meemaken. Als er een overwinning is, is iedereen natuurlijk euforisch. ’s Avonds drink je samen wat en voel je dat de dag goed is verlopen, daar loopt de stress uit je lichaam. Je voelt ook veel waardering van de renners, bijvoorbeeld als ze bij het hotel aankomen, zullen ze je meestal altijd komen begroeten.”
“Nu begint een ander deel van mijn leven. Ik wil meer tijd maken voor mijn gezin, meer fietsen, helpen in het huishouden en gewoon genieten van het leven. Ik zal nog werken aan mijn eigen fiets, maar ik zal het contact met mijn collega's missen. Ik kom zeker wel eens langs op de service course voor een kop koffie. Maar je zal me niet elke koers langs het parcours vinden, ik zal er nog steeds naar kijken en het volgen, maar niet constant. Ik wens de ploeg alle succes voor de komende seizoenen. Het zou geweldig zijn als het lukt om een grote ronde te winnen. Ik hoop dat iedereen zich goed blijft voelen en in goede gezondheid mag blijven, want dat is het belangrijkste. Ik zeg geen vaarwel tegen het wielrennen, maar ik zeg tot de volgende keer.”
Foto credit: ©Wout Beel