Mauri Vansevenant over de blessure die zijn voorjaar om zeep hielp en zijn terugkeer in het peloton.
“Tijdens de verkenning van de Strade Bianche stootte ik mijn knie aan het stuur. Na de Strade had ik veel pijn en was er geen andere optie dan mij te laten opereren. Het nam drie tot vier weken in beslag voordat ik terug kon keren op de fiets. De operatie was de enige oplossing, want er was een kans dat het probleem anders terug ging keren en dat het niet weg ging met alleen rust. In de tijd dat ik niet kon fietsen volgde ik de Belgische koersen en ging ik soms wat lopen. Het was een periode waarin ik mijn hoofd omhoog moest houden, vertrouwen moest houden en doorgaan.
Ik probeerde rustig in vorm te komen. Eerst thuis, daarna op hoogte op de Sierra Nevada. Het was fijn om de ploeg daar weer te treffen. De eerste trainingen deed ik rustig aan om te zien hoe de knie ging reageren. De intensiteit bouwde ik dag per dag op. De vorm is nu vrij goed. Ik voel dat de spieren verbeteren en dat is erg bemoedigend. Ik weet dat ik het wat tijd moet geven en er in moet blijven geloven dat het beter gaat worden.
Ik ben superblij dat ik nu weer kan koersen. Ik ben nog wat onzeker, want ik was lange tijd buiten strijd. Het Critérium du Dauphiné is niet een van de makkelijkste koersen om je rentree te maken, want iedereen is al in goed vorm voor de Tour de France. Mijn belangrijkste doel is om hier weer een goed gevoel op de fiets te vinden, al weet ik dat het zwaar gaat worden.
Mijn winter was nog fantastisch en ook de start van het seizoen was goed met een ritzege en podiumplaats in Oman. Daarom was het extra jammer dat ik een stap terug moest zetten, vooral omdat ik de klassiekers moest missen. Aan de andere kant is het seizoen nog niet over, dus na deze week weten we hoever ik sta en welke koersen ik hierna ga rijden.”
Photo credit: ©Dario Belingheri / Getty Images