De Brabantse Pijl: Maes in lange vlucht, Chavanel 4e
Nikolas Maes ging na 60 kilometer in de aanval met 5 andere renners. Zij bleven lange tijd voorop ondanks de vele klimmetjes. De groep dunde uit tot 5 renners, maar kregen achtereenvolgens gezelschap van Stijn Devolder (Radioshack Leopard) – die op 43 kilometer van de stree kwam aansluiten - en Chavanel, Sagan, Gilbert, Van Avermaet en Simon Geschke op 12 kilometer van de meet.
In de laatste kilometers bleef het gat met het peloton gelijk en Chavanel besloot zijn benen te testen met nog 3 kilometer te gaan. Daarna ging Maes in de aanval en werd gevolgd door Van Avermaet. Op de slotklim – de Schavei – leidde Sagan de achtervolging op de 2 vluchters.
Van Avermaet loste Maes in de voorlaatste kilometer en vervolgens ging Sagan voorbij aan Van Avermaet en werd alleen nog bijgehaald door Gilbert. Gilbert en Sagan ging met z`n tweeën richting de streep, al kwam Björn Leukemans (Vacansoleil-DCM) in de laatste meters nog aansluiten. In een spannende sprint was Sagan net iets sneller dan de wereldkampioen, Leukemans werd op geruime afstand 3e. Daarachter sprintte Chavanel naar een 4e stek.
“We gaven onze renners als opdracht mee dat er in elke vlucht minimaal een renner mee moest zitten. Het is namelijk lastig terug komen op deze ronde als je niet vooraan zit. Je verspild dan te veel energie om terug te komen en de finale te rijden”, aldus sportdirecteur Rik van Slycke. “Als je al vooraan zit is het ook makkelijker om de klimmetjes te doen. Het is minder nerveus en je hoeft niet voor je positie te vechten. Maes deed perfect werk vandaag. Zijn conditie was goed, dat wisten we al hoe hij het deed in de klassiekers. Dit was voor hem een goede mogelijkheid om voor eigen kans te gaan. Ik zei hem mee te springen en te zien hoe goed hij was en dat deed hij voor de ploeg.”
“Als je ziet welke renners mee waren, weet je dat het er hard aan toe ging. Alleen de besten konden de oversteek nog maken. Chavanel vertelde me dat hij de frisheid iets miste ten opzichte van Gilbert en Sagan, die beide niet reden in Roubaix. Het was iets te lastig voor hem, maar door zijn goede conditie eindigde hij als 4e. Hij wilde graag op het podium staan tijdens zijn laatste wedstrijd van het voorjaar”, ging Van Slycke verder. “We kijken nu vooruit naar de komende wedstrijden. We brengen wat frisse jongens voor de Amstel. We gaan zien wat het gaat brengen. Tot dusver waren we altijd met een, twee of drie renners in de finale. We controleerden de koersen. Als we dat doortrekken kunnen we het nog goed doen in de komende klassiekers.”