OPQS rondt trainingskamp in Oliva af
“De 9e was meer een soort reisdag, je hebt wel 24 uur nodig om iedereen te verzamelen als mensen van over de hele wereld moeten komen”, aldus Sport & Development Manager Rolf Aldag. “Plus dat ze moe zijn van het reizen, dus gaven we ze die eerste dag. We deelden het trainingskamp zo in dat alle niet fiets gerelateerde zaken in de eerste dagen werden afgehandeld. We wilden dat eerst afronden om ons daarna volledig te kunnen focussen op de fiets. De renners werkten geweldig mee tijdens de foto- en videosessies en natuurlijk de tests die onze staf in nauwe samenwerking met de Bakala Academy uitvoerde.”
De trainingen werden verdeeld in 3 dagen trainen, een dag rust en dan opnieuw 3 dagen trainen. “We wilden het lichaam goed belasten om het sterker en sterker te maken. We gaven hun een kans om tussen de trainingen door te herstellen”, vertelde Aldag. “De eerste dag was een motivatieding. Iedereen keek er naar uit om werk te verzetten op de fiets. De tweede dag kwam de vermoeidheid iets op zetten – een beetje spierpijn - maar ze wisten dat daarna nog 1 dag was voordat ze in bed konden blijven en hun hoofd even uit konden zetten en relaxen. We wilden dat ze wisten dat er licht aan het einde van de tunnel was, want na de eerste rustdag waren er nog slechts enkele dagen over.”
Om in Oliva te gaan trainen was volgens Aldag een goede keuze. “Het gaf ons veel verschillende mogelijkheden. Het is niet erg ver van Calpe, waar we de laatste jaren verbleven. Er waren wat vlakke stukken die misschien niet erg boeiend zijn om te rijden, maar wel goed zijn voor onze trainers om de werklast goed te controleren. Het is niet op en neer een weg. Ook is het een fantastische plaats omdat je veel support krijgt hier in Spanje. We voelden ons erg welkom, dus het was er fijn om te komen. We hadden niks te klagen en konden ons op onze job focussen.”
Er was ook een verborgen voordeel binnen het eerste trainingskamp van het jaar: het kweken van het groepsgevoel. “Op zo`n eerste dag is er altijd veel om over te praten. Ze hebben elkaar een tijdje niet gezien, soms kennen ze elkaar niet zo goed en waren ze zelfs concurrenten. Het is erg interessant om te zien hoeveel zin ze er in hadden na hun vakantie. Het is hard werken tijdens dit trainingskamp, maar we zitten nog niet in de laatste periode voor een belangrijke wedstrijd. Het was niet super stressvol. We wilden dat de renners wat fysiek werk deden en tijd met elkaar doorbrachten.”
De renners leerden elkaar kennen tijdens naast de fiets tijdens het diner of soms tijdens de koffie in de middag. Tijdens de onderlinge communicatie werd het Engels gebruikt als voertaal.
“Het is erg indrukwekkend om 30 professionals aan tafel te zien. Het is een lange tafel met erg atletische mensen die bij elkaar zitten met niks anders gepland dan samen te komen in een restaurant. Het enige wat ze kunnen doen is om met elkaar te praten. Het was erg leuk om te zien. We wilden ook dat de Engelse taal gebruikt werd als voertaal. Mensen kunnen communiceren over alle goede dingen en zelfs over problemen ondanks verschillende achtergronden. Voor dit soort situaties is het belangrijk om een soort ‘aftraptrainingskamp’ te houden. Je hebt iemand als Mark Renshaw uit Australië die spreekt met Rigoberto Uran uit Colombia. Het is zeker niet eenvoudig, maar het is nodig en kan voordelen met zich meebrengen voor het komende seizoen.”