Giro d’Italia: De Plus en Devenyns in kopgroep rit 17
Makkelijke dagen zijn er niet in deze Giro d`Italia, dat voelden de renners vandaag nog maar eens in de 17e etappe. Het profiel van de etappe leende zich uitstekend voor een vluchtgroep. Daarom probeerden veel renners mee te zijn met de vlucht van de dag. Nadat de rookwolken waren opgetrokken, reed een groep van 40 renners op kop met daarbij twee Quick-Step Floors renners: Laurens de Plus en Dries Devenyns.
Het peloton liet de vluchters begaan en zo liep het gat op naar 14 minuten halverwege de rit. Quick-Step Floors nam vervolgens het commando in het peloton, aangezien Jan Polanc (UAE Team Emirates) – een van de koplopers - de positie van Bob Jungels bedreigde. Eros Capecchi, Fernando Gaviria, Iljo Keisse en Pieter Serry maakten lange beurten op kop en zorgden ervoor dat het verschil terug liep totdat de Sloveen geen bedreiging meer vormde voor Jungels.
In de laatste 20 kilometer was de samenwerking tussen de vluchters ver te zoeken. Er werd opnieuw aangevallen in de jacht op de ritzege. Devenyns probeerde tot tweemaal toe om weg te rijden, maar werd snel weer bijgehaald. Op 8 kilometer van de streep had Pierre Rolland (Cannondale-Drapac) meer succes. Hij sloeg snel een gaatje en kwam niet meer in de problemen. Rolland won zo de rit, op 24 seconden gevolgd door de eerste achtervolgers. Deevenyns sprintte daar naar een 6e plek, de 17e top-10 plaats voor Quick-Step Floors in deze Giro.
Jungels eindigde veilig in het peloton, dat onder leiding van Capecchi over de streep kwam. Jungels behield zijn witte trui, net als ploegmaat Gaviria die zijn maglia ciclamino behield.
“Het was opnieuw een lange en zware dag, maar we zijn tevreden dat we ons weer hebben getoond. Laurens en Dries reden een solide rit. Toen de kopgroep 13 minuten pakte, namen we onze verantwoordelijkheid in het peloton zoals we al doen sinds het begin van deze Giro. De jongens werkten hard om de trui van Bob te beschermen, chapeau voor hen. Het was wederom een mooie team effort”, aldus sportdirecteur Davide Bramati.