Elia Viviani dichtbij winst in Cadel Evans Road Race
Elia Viviani liet in Australië zien dat hij klaar is voor een mooi seizoen in het Quick-Step Floors shirt. Nadat hij afgelopen week tweede werd in de Zero Race Melbourne, herhaalde hij die uitslag zondag tijdens de vierde editie van de Cadel Evans Great Ocean Road Race (164 kilometer), de tweede World Tour afspraak van het seizoen.
Een sterke kopgroep trok al vroeg op avontuur. De koplopers pakten een voorsprong van 7 minuten. Quick-Step Floors renner Fabio Sabatini hield samen met Mitchelton-Scott de boel onder controle. Op de lokale ronde in Challambra volgde een ware aanvalsregen. Het peloton sloeg helemaal uit elkaar. Uiteindelijk kwam 9 renners op kop te liggen.
Dries Devenyns maakte deel uit van deze kopgroep. De Belg liet zich eerder in Australië al opmerken tijdens de Tour Down Under, waar hij als vijfde in het eindklassement eindigde. Het groepje met Devenyns pakte 14 seconden, maar zag in de afdaling en het vlakke stuk daarna het peloton snel dichterbij komen. In dat peloton zat ploegmaat Elia Viviani.
Onder de rode vod reden de 9 koplopers nog voorop, maar het verschil was minimaal. Het uitgedunde peloton zette de sprint van ver in, maar kwam net te laat om Jay McCarthy (Bora-hansgrohe) van de zege te houden. Viviani eindigde als tweede, voor Daryl Impey (Mitchelton-Scott). Devenyns viel met een vierde plek net naast het podium.
“Dries was onze kopman en in het geval dat Elia de klim zou overleven, dan gingen we de koers voor hem controleren. Dat is wat we deden en daarom reed Sabatini al vanaf de eerste kilometers mee. In de finale was Dries mee met de koplopers, maar we besloten de kaart van Elia te trekken en de koplopers terug te halen. Dries bewees nog maar eens dat hij in prima vorm steekt door de versnellingen te pareren. Op 700 meter van de streep liep alles samen, maar dat had de ploeg veel energie gekost. Helaas kwam de streep 5 meter te vroeg voor ons. We zijn teleurgesteld, maar ook gemotiveerd voor de volgende koersen”, aldus sportdirecteur Rik van Slycke.