Dubbelslag voor Alaphilippe in Colombia
Het Quick-Step Floors feest blijft duren in de Zuid-Amerikaanse koers. Julian Alaphilippe bezorgde de ploeg de vierde etappezege op rij op de Mirador Tambo, een klim van 4,7 kilometer. Eerder in de rit toonden Fernando Gaviria, Alvaro Hodeg en Iljo Keisse zich in een grote groep vluchters. Gaviria won onderweg alle drie tussensprints en verstevigde zo zijn leidersplaats in het puntenklassement.
Op de voorlaatste klim van de dag trok Gaviria nog eens de gashendel open en trok hij alleen op avontuur. Hij kwam als eerste over de top, maar werd daarna ingerekend door de overblijfselen van het peloton. Een groep van 25 renners besliste over de ritzege, waaronder het Quick-Step Floors duo Alaphilippe en Jhonatan Narvaez.
De kampioen van Ecuador neutraliseerde verschillende aanvalspogingen in de slotfase, zodat ploegmaat Alaphilippe fris aan de laatste meters kon begonnen en zijn rivalen kon monitoren. De Fransman reageerde op 300 meter van de streep op een versnelling van Sergio Henao (Team Sky) en Nairo Quintana (Movistar) en liet de beide Colombianen vervolgens achter op weg naar zijn eerste zege van 2018. Narvaez eindigde nog knap als 5e in de rit.
“Ik ben erg blij met deze zege. Toen ik hier afgelopen week arriveerde had ik niet verwacht om hier een rit te winnen. Dit geeft dus veel voldoening, vooral omdat het tegen enkele van de beste klimmers ter wereld is. Dat maakt de zege nog mooier. Het was echter niet mogelijk geweest zonder mijn geweldige ploeg en de hulp van sportdirecteur Davide Bramati, die me voor de start al zei dat ik moest anticiperen op het kleine stukje bergafwaarts net voor de laatste bocht. En dat deed ik”, deed Alaphilippe zijn relaas.
“Direct na de finish heb ik Jhonatan bedankt voor zijn werk. Hij speelde een grote rol in mijn succes. Dit is de spirit van een ‘Wolfpack’. We geven nooit op en blijven altijd bij elkaar om elkaar te helpen. Het is mooi om de roze trui binnen de ploeg te houden, maar de komende twee ritten worden nog lastiger. We bekijken het rit na rit en kijken wel waar we zondagmiddag staan.”