Interview: Iljo Keisse
Hoe was het om deel te nemen in Parijs-Roubaix?
Het was een droom voor, het is mijn droomwedstrijd. Als je ziet hoe de ploeg het de afgelopen weken heeft gedaan, dan weet je dat er 3 sterke mannen zijn. Eerst heb je Tom, dan Chavanel en ook Niki die een wedstrijd af kan maken. Het is special om deel uit te maken van zo`n ploeg. Voor mij is het de meest speciale koers van de wereld. Als je dan met de beste ploeg ter wereld mag starten, dan komt een droom uit.
Wat ging er door je heen aan de start?
Ik dacht aan veel dingen. Mijn taak was om vooraan te blijven en met de eerste ontsnapping mee te zitten als er een grote groep ging lopen. Ik moest zeker meezitten. Als dat werkt en je ontsnapt in een koers als deze, dan heb je een zware dag voor de boeg. Maar aan de andere kant is het ook weer gemakkelijker, wat je hebt minder stress als je in de ontsnapping zit dan in het peloton. Ik dacht daaraan en stond een beetje te dagdromen dat het me lukte om mee te zitten in de goede vlucht die vervolgens ver zou dragen.
Ik dacht ook aan mijn best vriend die vorig jaar overleed, Wouter Weylandt. Hij maakte ooit deel uit van het Quick-Step team. Dit was ook zijn droomwedstrijd. We spraken altijd over hoe mooi het zou zijn als we deze koers samen konden rijden en dan op de piste konden sprinten, niet voor de winst maar voor een mooie klassering. Dus het waren verschillende emoties.
Kun je aangeven waarom jouw Parijs-Roubaix voortijdig eindigde?
Er was een valpartij net voor me. Ik slaagde erin om niet te vallen, maar moest wel stoppen. De renner achter mij stopte echter niet en klapte vol op mijn fiets. Ik weet niet precies wat er mee gebeurd is. Ik was blij dat ik Tom toch kon helpen, het is ons werk. Het was een erg lange dag. Ik probeerde ergens een auto van de ploeg te vinden. Daarna probeerde ik naar het velodrome te gaan. Ik zag het laatste deel op de tv in de bus. Dat was niet een deel van mijn droom. Ik wilde de koers uitrijden en de velodrome op eigen kracht bereiken. Al was het ook 20 tot 25 minuten achter de winnaar, het had niet uitgemaakt. Dat was dus niet het mooiste deel van mijn dag. Maar aan de andere kant kon ik Tom zien finishen, hij won de mooiste koers uit zijn loopbaan. Ik had kiekevel en alleen door er aan te denken krijg ik kiekevel. Het was een ongelooflijke dag. Ik weet nu dat ik terug moet komen en de wedstrijd uitrijden zoals het moet.
Wat denk je over je volgende koers, de Brabantse Pijl?
Ik denk dat ik wel hersteld ben. Ik ga morgen goed moeten zijn en ga mijn best doen voor de ploeg, zoals ik ook in de andere koersen deed. Ik ben erg blij met wat ik kan doen. Ik ben niet de renner die de resultaten moet behalen in dit deel van het seizoen. Ik moet werken voor de ploeg. We starten met 8 renners , maar slechts een van ons kan winnen. De anderen moeten werken. Ik denk dat de ploeg erg blij is met mijn werk, anders hadden ze me niet laten starten in Parijs-Roubaix. Ze zijn tevreden met wat ik doe en ik ben blij dat ik het kan doen. Ik heb wat problemen gehad de afgelopen 2 jaar, maar ik heb me er doorheen geslagen en nu ben ik gewoon erg gelukkig. Ik ben een prof die kan starten in grote wedstrijden en die daar zijn werk mag doen. Ik ben blij, de renners zijn blij en de ploeg is blij. Het is een goed gevoel dat ik mijn werk uit kan voeren zoals het hoort.
Kun je uitleggen wat het is om zowel op de baan als op de weg te koersen?
In de winter was ik alleen op de baan actief. Ik was niet bij de trainingskampen van de ploeg, ik reed alleen zesdaagses. Na de zesdaagses besloot ik om niet naar het wereldkampioenschap in Australië te gaan maar om me op de weg te focussen. Ik had maar 1 of 2 weken nodig om om te schakelen van de piste naar de weg. Het zwaarste zou zijn als ik dit continu moest doen: baan, trainingskamp, weg. Maar als ik het doe zoals dit jaar: baan, baan en baan om vervolgens over te gaan naar weg, weg en weg dan werkt het wel. Ik word ook ouder. Ik ben 29, dus krijg ik ook meer ervaring. Na al deze jaren weet ik wat goed is op de baan en op de weg. Ik denk dat veel renners de baan in de winter kunnen combineren met de weg in de zomer. Net als voor mij moet het voor hen ook goed werken. Ik denk dat wat ik gedaan heb een bewijs is dat je een top pisterenner kunt zijn en ook bij een topploeg op de weg je werk kunt doen. Het is wellicht niet slecht voor de toekomst van het baanwielrennen. Ze zien dat ik het kan, dus waarschijnlijk gaan ook andere renners het proberen.
Is je training op de fiets anders?
Nee eigenlijk niet. Wat ik op de weg doe is eigenlijk puur uithoudingsvermogen. Wat ik als prof op de baan doe leunt erg tegen het wegwielrennen aan. Als ik in goede conditie ben voor de baan, dan kan ik ook goed uit de voeten op de weg, misschien heb ik enkele dagen nodig om aan te passen maar dan gaat het goed. Ik train niet echt anders. Het grootste verschil is dat ik tijdens de zesdaagses vooral `s avonds en `s nachts koers. Normaal gesproken trainen de renners vanaf 9 uur, komen dan om 2 uur in de middag terug en dan is de dag voor een groot deel voorbij.
Bij het baanwielrennen is het ritme tijdens de zesdaagses compleet anders. Ik slaap van 4 uur `s nachts tot 2 uur `s middags en dan ga je `s avonds aan de slag. Het is te vergelijken met fabriekswerk. Het is compleet tegenovergesteld van de weg. Dat is het grootste verschil en ook meteen het zwaarste als je van de weg om moet schakelen en `s avonds moet gaan koersen. Het is zwaar voor je lichaam, maar ook voor je brein. Als je een zesdaagse hebt gereden, heb je 2 of 3 dagen nodig om je normale ritme weer op te pakken. Ik kan om 7 uur `s avonds nog starten met een training, terwijl andere renners zich klaar maken voor het avondeten en hun nachtrust. Voor mij is het soms iets raars en anders.
OK Iljo, wil je nog iets toevoegen?
Het belangrijkste is dat ik blij ben om deel uit te maken van deze ploeg. Dat is erg belangrijk. Het feit dat ze me vragen om deze dingen doen, vleit me en ik hoop het nog vele jaren te mogen doen.
Veel geluk morgen!