Onze renner was dichtbij zijn eerste zege van het seizoen in de openingsrit van de Koers naar de zon.
De 78e Parijs-Nice startte met een rit van en naar Plaisir, maar het was allerminst plezierig voor het peloton met regen, kou en veel wind. Het peloton werd verschillende malen uit elkaar geblazen in waaiers. Voor de Côte de Neauphle-le-Chateau liep alles samen, maar dat duurde maar voor even. Op 50 kilometer van de streep viel alles uit elkaar, Deceuninck – Quick-Step was vooraan goed vertegenwoordigd.
Julian Alaphilippe, Kasper Asgreen en Zdenek Stybar zaten mee in de kopgroep van 16 renners. Richting de eerste tussensprint trok Alaphilippe nog eens door in de jacht op bonificatieseconden. Hij kreeg Tiesj Benoot (Team Sunweb) met zich mee en samen pakten ze 45 seconden voorsprong. De achtervolgende groep organiseerde zich ondertussen, zodat het gat kleiner werd. Op de gedeeltelijke kasseienklim Côte de Neauphle-le-Chateau kwam de achtervolgende groep snel dichterbij. Twee renners maakten de oversteek, zodat er op 4 kilometer van de streep een kwartet renners vooraan reed.
Ondanks dat hij zichtbaar last had van de kou neutraliseerde Alaphilippe tot tweemaal toe een aanval inde laatste kilometers. In een sprint van stervende zwanen bleek Maximilian Schachmann (Bora-hansgrohe) de sterkste. Alaphilippe kwam als vierde over de streep.
“Mijn aanval was niet gepland. Ons plan was om gefocust te blijven en vooraan te zitten met het oog op waaiervorming. Dat pakte goed uit. Ik zat in goede positie met Kasper en Zdenek. Bij de tussensprint ging ik voor de bonificaties, maar sloeg ik plots een gaatje en bleef daarna doorgaan met Tiesj. Het is jammer dat er nog twee renners terugkwamen op die laatste klim. Ik wilde alles nog geven richting de finish, maar het was erg lastig met die kou. Toch ben ik niet teleurgesteld, maar eigenlijk best blij. Deze etappe heeft mij geleerd dat de benen ok zijn en dat mijn vorm gestaag aan het groeien is”, sprak Alaphilippe na afloop.
Photo credit: ©Luc Claessen / Getty Images