De eerste Grote Ronde van het seizoen begon met een nerveuze en incidentrijke etappe.
Nice was niet zo ‘nice’ voor de 176 renners aan de start van de Tour de France. Door de regen werd de openingsrit een lastige horde. De wegen veranderden in ijspistes door de regen met veel valpartijen als gevolg. Julian Alaphilippe was bij een van deze valpartijen betrokken en moest van fiets wisselen in de afdaling van de Côte de Rimiez. Eerder was Sam Bennett al tegen het asfalt geslagen bij de eerste doorkomst op de Promenade des Anglais. De Ierse kampioen kon gelukkig zijn weg vervolgen. In het peloton werd er nog veel meer gevallen, waarop de renners besloten de rit te neutraliseren en pas op 20 kilometer van de streep weer te koersen.
Tim Declercq en Rémi Cavagna voerden berenwerk uit voor Deceuninck – Quick-Step door het peloton richting de bekende boulevard van Nice te mennen. Op 3 kilometer van de streep was er een nieuwe grote valpartij, maar gelukkig bleven Michael Mørkøv en Sam Bennett overeind voor de sprint. Bennett kwam op 150 meter van de streep uit het wiel van zijn gangmaker. De Ierse kampioen deed een gooi naar de ritzege, maar moest tevreden zijn met een vierde plaats. De winst en eerste gele trui ging naar Alexander Kristoff (UAE Team Emirates).
“Het was een gevaarlijke dag met die gladde wegen. Ik probeerde me zo goed mogelijk te handhaven. In de finale maakte ik een niet al te beste beslissing. Toen Michael ging besloot ik een andere renner er tussen te laten in de hoop dat hij vroeg ging, maar dat gebeurde niet. Dus viel de snelheid terug en moest ik opnieuw aanzetten, toen was het te laat. Het is erg jammer, want ik had goede benen. Ik kijk nu wel met vertrouwen uit naar de komende mogelijkheden”, aldus Bennett.
Photo credit: ©Tim De Waele / Getty Images