Sam Bennett genoot van een nieuwe rit in de groene trui op een dag met 3800 hoogtemeters.
De langste etappe van de Tour de France ging over 218 kilometer van Chauvigny naar Sarran. Vooraf werd de rit bestempeld als kans voor de vluchters. Het peloton gaf een kwartet vroege vluchters maar weinig ruimte, waardoor al snel duidelijk was dat de winnaar niet uit de vroege vlucht ging komen.
Ondertussen was Kasper Asgreen begonnen aan een oversteek. Hij reed in 15 kilometer een gat van een minuut dicht en maakte zo de aansluiting vooraan. Het peloton bleef daar achter tempo maakte en verkleinde het gat tot een kleine minuut. Deens kampioen Asgreen probeerde zo lang mogelijk vooraan te blijven, maar op de La Croix du Pey werd ook hij ingelopen.
Een spervuur aan aanvalspogingen volgde. Dries Devenyns en Bob Jungels waren twee van de renners die een poging waagden. Later gevolgd door Julian Alaphilippe. Devenyns en Jungels werkten hard voor hun ploegmaat Alaphilippe om het gat met de ondertussen weggereden en eenzame koploper Marc Hirschi (Sunweb) te verkleinen. Alaphilippe nam in de afdaling van de Suc au May het heft in eigen handen. Het gat werd verkleind tot 40 seconden, maar door het gebrek aan samenwerking in de achtervolgende groep kwam Hirschi niet meer in de problemen en soleerde hij naar de zege.
“Vandaag ging erg snel. Ik had gedacht dat een vroege vlucht het ging redden, maar enkele ploegen hadden andere plannen. Op de voorlaatste klim besloot ik mijn inspanning te plaatsen na hulp van Dries en Bob. We konden Hirschi echter niet meer bijbenen, hij was de sterkste vandaag. Ik ben wel wat teleurgesteld, maar dit geeft ook vertrouwen voor de komende dagen”, aldus Alaphilippe na afloop.
Sam Bennett beleefde een relatief rustige dag. Bij de tussensprint werd hij uitstekend gegangmaakt door Michael Mørkøv en greep Bennett opnieuw enkele punten voor de groene trui. De Ierse kampioen heeft nu 66 punten voorsprong in het puntenklassement.
Photo credit: ©Tim De Waele / Getty Images