De Manxman evenaarde het record van Ernest Sterckx op het gebied van meeste podiumplaatsen in de oudste Vlaamse klassieker.
De Scheldeprijs beloofde wind, hagel en storm. Dat zorgde niet direct voor verbrokkeling, maar wel enkele valpartijen. Sam Bennett en Michael Mørkøv zaten direct in de eerste groep. Na een lange achtervolging sloot een achtervolgende groep met Deceuninck – Quick-Step ploegmaats Mark Cavendish, Florian Sénéchal en Bert Van Lerberghe aan op 70 kilometer van de streep.
Sénéchal verzette vervolgens veel werk op kop van de eerste groep, zodat het peloton zich geen illusies hoefde te maken over een eventuele terugkeer. Het gat schommelde constant rond de 2 minuten. In de laatste ronde kwam het peloton nog terug tot een minuut, maar de winnaar kwam uit de eerste groep.
Nadat het werk van Sénéchal er op staat was het de beurt aan Van Lerberghe. Hij counterde enkele aanvalspogingen in de slotfase, waarna Mørkøv overnam om Bennett en Mark Cavendish richting de streep te piloteren. Net op het moment dat de ploeg de sprint op gang wilde brengen anticipeerde Jasper Philipsen (Alpecin-Fenix) en bleef zo Bennett en Cavendish net voor. Voor Bennett was het zijn eerste podiumplek in de Scheldeprijs, voor Cavendish zijn zesde en daarmee evenaarde hij het record van Ernest Sterckx.
“De eerste 75 kilometer gingen erg snel met een gemiddelde van boven de 50 km/u. We hadden renners in de eerste twee groepen. Toen het bij elkaar kwam namen we de verantwoordelijkheid. Florian en Bert deden geweldig werk in aanloop naar de sprint. Aan het einde van de dag was er een renner sneller. We hebben nergens spijt van, maar hadden natuurlijk liever gewonnen”, sprak Tom Steels na de rit.
“We sluiten nu het eerste deel van de klassiekers af, een geweldige campagne. We wonnen vier belangrijke eendagskoersen, allemaal in de World Tour. We zagen een actieve wereldkampioen, waren altijd prominent aanwezig en zetten met winst in de Ronde op een prachtige manier de kers op taart. We hebben onze geweldige team spirit elke keer laten zien. Iedereen kan trots op zichzelf zijn en wat we hebben gepresteerd.”
Photo credit: ©Tim De Waele / Getty Images