Fabio Jakobsen komt de dag door na zijn valpartij.
Julian Alaphilippe keerde woensdag voor het eerst sinds 2019 terug in Pau. Toen snelde de Fransman in de gele trui naar de winst in de tijdrit. Vandaag behoorde Alaphilippe opnieuw tot de smaakmakers. Na een snel eerste koersuur vormde zich een omvangrijke kopgroep met daarin naast Alaphilippe ook Kasper Asgreen en Rémi Cavagna namens Soudal Quick-Step.
De Col de Soudet was de eerste horde van de dag en Alaphilippe kwam direct boven drijven. De zesvoudig ritwinnaar hield stand in de frontlinie en na een sterke afdaling kwam hij terug in de spits van de koers. In het laatste koersuur verdedigde Alaphilippe zijn positie in de kop van de koers tot aan de laatste beklimming.
Terwijl Alaphilippe vooraan de koers kleur gaf, waren Tim Declercq en Dries Devenyns bezig om Fabio Jakobsen door de eerste dag in de bergen te loodsen. De Europees kampioen was redelijk gehavend door zijn valpartij een dag eerder, maar wilde van geen wijken weten. Samen met zijn ploegmaats beet hij door en kwam hij binnen de tijdslimiet over de meet in Laruns.
“Het beste nieuws van de dag is dat het ik het gehaald heb. Klimmen is niet mijn ding en na mijn valpartij van gisteren wist ik dat het vandaag een zware dag ging worden. In het begin werd ik gelost, maar gelukkig bleef Michael bij mij en keerden we terug. Later werden we er voorgoed afgereden, maar we vonden een mooie groep om naar de streep te rijden. Het was zeker niet makkelijk, maar met de hulp van de jongens heb ik de tijdslimiet gehaald. Nu hoop ik wat te kunnen herstellen en dat de wonden gaan helen, ik wil namelijk graag door in deze Tour”, sprak Fabio na de rit.
Photo credit: ©Tim De Waele / Getty Images
